(01-07-2019)
Een eventuele Box 3 belasting over het werkelijke rendement op spaargeld kan niet voor 1 januari 2021 worden ingevoerd. Dit heeft staatssecretaris Snel van Financiƫn afgelopen donderdag gezegd in de Tweede Kamer.
De Tweede Kamer debatteerde donderdag 27 juni jl. met de staatssecretaris over de belasting nagenoeg renteloze spaartegoeden, dit mede naar aanleiding van een recente uitspraak van de Hoge Raad, die oordeelde dat de vermogensrendementsheffing in strijd is met de mensenrechten.
De staatssecretaris begrijpt dat belastingbetalers niet accepteren dat zij worden aangeslagen voor een rendement dat ze niet maken. Hij kon echter nog geen concrete toezeggingen doen over een belastingheffing over het werkelijke rendement op spaargeld. En als dit al lukt, is dat niet eerder dan in 2021.
De staatssecretaris wees erop dat eenvoudige oplossingen grote nadelen hebben. Zo wil hij vermijden dat vermogende belastingplichtigen een belasting over het werkelijke rendement misbruiken door hun hoogrenderende vermogen op de peildatum even op een spaarrekening te zetten. Dergelijke ontwijkingsproblemen staan een stelsel waarin alleen nog het werkelijke rendement wordt belast, vooralsnog in de weg.